Het vermeerderen van een bonsai uit stekken is relatief eenvoudig. Om er zeker van te zijn dat er niets misgaat, moet je een paar dingen in acht nemen.

Bonsais kan worden vermeerderd met stekken of door zaden te zaaien. De snijmethode werkt goed totdat het snijden een bonsai wordt, maar het kost tijd. Voor de nieuwe opkweek uit zaden heb je veel geduld nodig. U bespaart minimaal één tot twee jaar wachttijd door stekken op te kweken. Om een mooie bonsai tot ontwikkeling te laten komen, is echter altijd de juiste verzorging nodig. Locatie, planttray, correct water geven en snoeien spelen allemaal een belangrijke rol.
De basisprincipes van Bonsai-vermeerdering
Bijzondere bonsaizaden worden vaak in de handel aangeboden. Dit is een misvatting waar je niet voor moet vallen, want HET bonsaizaad bestaat niet! De term "bonsai" verwijst simpelweg naar een kleine boom die in een pot is geplant. Regelmatig snoeien houdt de boom klein. Je kunt bijvoorbeeld een appelboom van normale grootte of een appelboom van miniatuurformaat krijgen van een appelzaad.
Met de juiste verzorging en het nodige snoeiwerk ontwikkelen stekken zich binnen een jaar tot mooie bonsai. Als de eerste stek afkomstig is van een vruchtdragende boom, zullen zich na een paar jaar zelfs kleine vruchten op de takken vormen.
Welke stekken zijn geschikt voor het kweken van bonsai?
Je kunt stekken nemen van elke boom die je wilt. Het hoeft geen bonsai te zijn. Korte en licht houtachtige twijgen zijn ideaal voor het snijden van stekken, liefst met slechts enkele bladeren, zodat er geen overtollig vocht door de bladeren verdampt.
Instructies voor vermeerdering:
1 Snijd de bast van de stek in en plaats deze in een kleine plantenpot met een luchtige ondergrond. De aarde mag niet te veel zijnZorg voor voedingsstoffen zodat de stekken snel wortel schieten.
2 Een kleine kas of doorzichtige plastic hoes over de pot is ideaal. Zorg ook voor bodemwarmte en veel daglicht, maar geen direct zonlicht. Het snijden heeft water nodig - niet te veel alstublieft, anders verdrinkt het, houd het substraat slechts licht vochtig.
3 Na ongeveer zes tot acht weken, bij sommige soorten pas na een paar maanden, hebben zich veel dunne en lichtgekleurde wortels gevormd. Je herkent de wortelvorming aan het feit dat de gebruikte stekken bladpunten verdrijven.
4 Plaats nu de bewortelde stek in een vijvermand. Het substraat is weer los en luchtig. De vijvermand heeft een open design en heeft als voordeel dat de wortels naar het licht streven en krachtig groeien. Het doel is een sterke en groeikrachtige kluit. Met de open vijvermand kunt u de voortgang zien. In deze fase wordt ook de romp dikker.
5 Laat de jonge boom rustig groeien. Het kweken van bonsai is een meditatief proces waarbij je de groei observeert en slechts af en toe ingrijpt om het te reguleren.
6 Verplant het jonge boompje om de twee jaar en maak van de gelegenheid gebruik om de wortels te snoeien. Kort het met ongeveer een derde in en verwijder de penwortel volledig. Zo heeft de bonsai later een goede houvast in de planter. Als de jonge bonsai de gewenste maat en stamdikte heeft bereikt, kun je hem in een schaal doen en klein houden met gerichte vormsnoei.