Het echte walstro dat geel bloeit langs de kant van de weg wordt vaak verkeerd beoordeeld als onkruid, hoewel het een echte wonderplant is. Lees hier hoe je het plant.

Veel mensen spreken van het echte walstro als een wonderplant omdat het in de volksgeneeskunde vaak wordt genoemd als een geneeskrachtig kruid dat krampstillend, diuretisch en wondgenezend is. Bovendien ruikt het heerlijk! Als je eraan ruikt, ruik je een uiterst aangename geur van honing, waardoor je ook het walstro onmiskenbaar kunt herkennen.
Er is ook een witbloeiende ondersoort van walstro bekend, die bekend staat als het zogenaamde walstro. Dit is ook een van de absoluut populaire aromaplanten, omdat het een beetje naar honing ruikt, naar echt walstro. Overigens behoort de beroemde lievevrouwebedstroplant ook tot hetzelfde geslacht als walstro.
Maar waar komt de naam vandaan? Heel eenvoudig: in het verleden werd walstro vaak gebruikt om kaas te maken, vandaar de naam. Maar dat is gewoon terzijde. Hier is alles wat je moet weten over het kweken en verzorgen van de plant.
Groeiend walstro
Het uiterst onderhoudsvriendelijke walstro langs de kant van het pad kun je in het voorjaar eenvoudig opgraven (grotere planten verdelen is geen probleem) en weer in je eigen tuin planten.
Je kunt ook de zaden van het walstro in de herfst verzamelen, drogen en in het vroege voorjaar weer op de vensterbank zaaien. Vanaf half mei kun je de op deze manier gekweekte plantjes dan naar buiten verplaatsen.
Zorg goed voor walstro
De walstro heeft praktisch geen verzorging nodig als je hem op een zonnige plek met arme grond plant. En zelfs tijdens langere periodes van droogte hoef je het walstro niet constant water te geven en hoef je de plant ook niet te bemesten.
Je moet er echter voor zorgen dat het walstro zich niet ongecontroleerd verspreidt. Het is het beste om de vaste planten te verdelen om ze onder controle te houden.