Bertram ringmand: Teelt en verzorging van de kussen vaste plant

Inhoudsopgave:

Anonim

Met de ringmadeliefje Bertram en de teelt en verzorging ervan, willen we u kennis laten maken met een plant die zowel een bloem als een geneeskrachtig kruid is.

Het ringmadeliefje uit de bergen van Noord-Afrika - vaak Marokkaanse kamille genoemd - gedijt ook goed op onze breedtegraden. Daarom wordt de vaste meubelstof die bloeit van mei tot juli, soms zelfs tot begin september, steeds vaker aangeboden in gespecialiseerde tuinwinkels.

Kweekringmand Bertram

Het meerjarige ringmadeliefje, in professionele kringen bekend als bertram, moet altijd op een zonnige, extreem droge plaats worden geplant, maar nooit in leemachtige grond. Idealiter kies je ook een standplaats met een lichte helling zodat er geen wateroverlast rond de plant kan ontstaan. Als zo'n plek in uw tuin niet bestaat, moet u vlakke en dus vochtige bodemgebieden beter doorlatend maken. Voeg gewoon een beetje kalksteengrind toe aan de grond.

Ringmanden zijn ook ideaal om in potten en balkonbakken te planten. Geef de ringmand dan minimaal om de 1 à 2 weken water. De ringmand (ongeveer 10 tot 15 centimeter hoog) is ook zeer geschikt voor beplanting in rotstuinen en voor beplanting op muren.

Zodra het witbloemige ringmadeliefje zich op zijn nieuwe locatie heeft genesteld, vermenigvuldigt het zich meestal vanzelf in het tweede jaar.

Verzorgingstips voor de Bertram ringmand

Het ringmadeliefje, dat erg lijkt op madeliefjes of margriet, is een van de absoluut onderhoudsvriendelijke kussenplanten. De nog gesloten kelk is vanaf het voorjaar interessant om naar te kijken, vooral omdat de onderkant van de bloembladen met hun donker rozerode kleur een groot contrast vormt met de witte rand.

Trouwens: 's avonds en als het regent sluiten de kelken permanent, wat weer een prachtig natuurspektakel is!

» Bemesten:

In het voor- en najaar kunt u de ringmand eventueel voorzien van een beetje volledige bemesting, maar dit is meestal nauwelijks nodig.

» Winterbescherming/Zware regenbescherming:

In de wintermaanden wanneer de ringmand traag isal zijn groen verliest, moet u hem de eerste twee jaar van aanplant afdekken met dennentakken om hem te beschermen tegen strenge vorst. Zo zal hij in het vroege voorjaar snel weer frisgroen uitlopen.

Bij langdurige regenval moet je de ringmand altijd afdekken met tuinvlies als er wateroverlast is.

» snoeien:

Nadat de ringdab zich als een bodembedekker in alle richtingen heeft verspreid, kun je hem van tijd tot tijd terugsnoeien. Maar dan indien mogelijk pas na de bloeifase.

» Ongedierte:

Ringmanden worden slechts zeer zelden aangevallen door insecten of schimmelziekten. Meestal alleen als het klimaat extreem vochtig is. In dergelijke uitzonderlijke gevallen moet u het helaas onmiddellijk behandelen met een geschikt fungicide of insecticide. In sommige gevallen helpt het gebruik van biologische afweer ook bij de vroege detectie van plagen.