De moerbeiboom is een echt sieraad in de tuin. Maar om ervoor te zorgen dat het krachtig groeit en een verscheidenheid aan vruchten draagt, moet u bij het planten met een paar dingen rekening houden.
Er zijn veel goede redenen om een moerbeiboom te laten groeien. De plant, die behoort tot de familie van de moerbeien - ook wel Moraceae genoemd - staat bekend om zijn moerbeien, waarvan men kan genieten als rozijnen of die kan worden verwerkt tot jam en siroop. Daarentegen spreekt de plant, die ook door de Romeinen werd gekweekt, door zijn decoratieve uitstraling bijzonder veel mensen aan. U kunt nu ontdekken hoe u een moerbeiboom het beste kunt planten, wat in geen geval mag worden verwaarloosd en welk gereedschap hiervoor nodig is.
Moerbeiboom Basics
Er zijn in totaal meer dan tien moerbeisoorten, die allemaal één ding gemeen hebben: ze groeien als sterke bomen tot acht meter hoog, maar kunnen ook als haag worden gebruikt en verzorgd. De brede boomtop groeit relatief dicht en kan daardoor voor veel schaduw zorgen. De moerbeibomen zijn niet bijzonder vorstbestendig, maar kunnen op de juiste plek in de tuin toch goed overwinteren. Moerbeibomen groeien bijzonder goed in vochtige grond, die veel voedingsstoffen biedt - maar ze bewonen ook gemakkelijk wat drogere substraten.
Kies de beste locatie
Als je de manier van leven en de groei van de moerbeibomen kent, ligt hun ideale habitat en locatie voor de hand: alle soorten moerbeibomen hebben een zeer zonnige, maar toch goed beschermde plek in de tuin nodig . Dit moet vrij royaal worden gemeten, omdat de boomkroon en het wortelstelsel goed spreiden. Dit geldt overigens ook als je de moerbeiboom als haag wilt laten groeien.
Let op, fruitvlekken
Het is belangrijk om te onthouden dat het fruit van de moerbeiboom erg vlekken maakt - vlekken op het fruit zijn moeilijk te verwijderen en te verwijderen. Om deze reden wordt aanbevolen om geen moerbeibomen te plaatsen naast terrassen, veranda's of trottoirs, evenals huismuren.
Voordat je daadwerkelijk kunt planten, moet je een groot gat maken op de gekozen locatiegraaf voldoende ruimte uit zodat de wortels van de boom zich kunnen ontvouwen. Bovendien moet de grond erin worden losgemaakt om het voor de boom gemakkelijker te maken om zich te vestigen. Een kort waterbad van de wortels vooraf is aan te raden zodat de wortels voldoende vocht krijgen en zo beter groeien op de nieuwe standplaats. Afhankelijk van de grootte van de boom, moet er ook een steunpaal worden voorzien, omdat grotere bomen mogelijk een stevige ondersteuning nodig hebben tegen zwaar weer als ze naar hun nieuwe locatie groeien.
Het juiste moment om te planten
Als je eenmaal een locatie voor de moerbeiboom hebt bepaald, ontbreekt alleen het juiste moment - zowel de lente als de herfst zijn goed om te planten, omdat de moerbeiboom nog voldoende kan wortelen voor de eerste min-temperaturen. Als je het zekere voor het onzekere wilt nemen of gewoon niet genoeg ruimte hebt, kun je de moerbeiboom desgewenst ook in een emmer planten - dit kan het hele jaar door en heeft als voordeel dat je de boom naar binnen kunt halen voor de winter.
Kies een substraat van hoge kwaliteit
Nu ontbreekt alleen het juiste substraat: dit moet zo los en doorlatend mogelijk zijn, maar ook pH-neutraal en zeer voedzaam om de moerbeiboom te laten gedijen. Anders hoeft u alleen de volgende stappen te volgen:
- Het plantgat moet twee keer zo groot zijn als de boomwortels - reeds gegraven gaten kunnen indien nodig snel worden vergroot, het belangrijkste is dat de aarde rondom weer is losgemaakt
- Als je wilt, kun je wat zand toevoegen aan het gegraven gat en het dan weer losmaken
- Voor wat bemesting aan het begin van de beworteling, kun je compost door de gekochte potgrond mengen en in het gat doen
- plant de moerbeiboom zo dat hij net zo diep in de grond staat als in de vorige container
- Bedek de wortels en stam met aarde en stabiliseer ze zodat de boom stevig staat
- Tik een beetje op de aarde
- Steunpaal plaatsen (alleen voor grotere moerbeibomen) en verbinden met de boom, bijvoorbeeld met draad
- Giet veel water om de boom en zijn wortels te hydrateren
Do's en don'ts bij het planten van moerbeibomen
Dos
✔ zorg voor voldoende vocht dat gemakkelijk kan weglopen
✔ gebruik een pH-neutraal of licht alkalisch substraat
✔ gebruik compost om potgrond nog voedzamer te maken✔ wortels beschermen kort bevochtigen voor het planten
✔ plan voldoende ruimte
✔ zorg voor een steunpaal
Niet doen
✘ Gebruik zuur substraat, moerbeibomen reageren hier meestal niet goed op laat het voor het planten uitdrogen
✘ Risico op wateroverlast - ophoping van vocht in het wortelstelsel maakt de boom vatbaarder voor ziekten en schimmels, zodat hij kan afsterven
Moerbeiboom kweken uit zaden
Je kunt de moerbeiboom natuurlijk ook per zaadje planten om de plant te laten groeien. Niet veel mensen doen dit echter omdat de moerbeiboom wel tien jaar moet groeien voordat hij vrucht draagt en de eerste oogst kan plaatsvinden. Als je toch uit zaden wilt planten, heb je zeker geschikte containers nodig om de zaailingen op te kweken. Kleine bloempotten of balkonbakken zijn goed. Bovenal moeten de schepen een waterafvoer hebben om wateroverlast te voorkomen. Zaaien kan op elk moment, de zaden rijpen het best in indirecte zon en boven de 20 graden.
De moerbeiboom ontkiemt in het donker, dus de zaden moeten worden bedekt met aarde totdat er zaailingen zijn gevormd.
Bij het kweken uit zaden is het ook belangrijk om een turfvrij substraat te gebruiken dat arm is aan voedingsstoffen en een kleine hoeveelheid zand bevat om de zaailingen optimaal te laten gedijen. Vocht is een must als je de zaailingen na ongeveer twee of drie weken wilt zien ontkiemen.
Trouwens, je hoeft niet per se zaden voor een moerbeiboom te kopen: als je bijvoorbeeld verse moerbeien hebt om te eten, kunnen de zaden heel gemakkelijk worden verwijderd. Als je ze enkele uren op keukenpapier laat drogen, zijn ze duurzamer en kunnen ze gemakkelijk worden bewaard tot de volgende zaai. Verpakt in luchtdoorlatende zakjes van stof, zijn ze ook een leuk cadeau voor hobbytuiniers en liefhebbers van de boomsoort. Op deze manier verkregen zaden moeten echter grondig worden gedroogd om niet te beschimmelen.