De waternarcis met zijn heldere bloemschermen is bijna perfect om langs de oever te planten. Bovendien is deze plant vrij gemakkelijk te verzorgen.

Iedereen die een bijna natuurlijke vijver in zijn tuin creëert, wordt al snel geconfronteerd met de onvermijdelijke vraag: hoe ontwerp ik de oeverzone? Voor de rand van de vijver is er een ruim aanbod aan nuttige planten. De variëteit aan geschikte oeverplanten mag echter niet leiden tot chaotische oeverbeplanting. Een goed doordacht beplantingsplan is daarom aan te raden. Naast hoog gras op de achtergrond van de tuinvijver komt de waternarcis (Eupatorium cannabinum) ongetwijfeld tot zijn recht. Met zijn opmerkelijke bloemschermen ondersteunt het ook de biodiversiteit van insecten, vogels en andere kleine nuttige insecten.
Portret van de waternarcis
De waternarcis is een winterharde, kruidachtige vaste plant. De plant komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Afhankelijk van het type en de variëteit kan de Wasserdost een groeihoogte bereiken van 40 centimeter tot maar liefst twee meter. Van juli tot september ontvouwen de bloemschermen individuele bloemen, die op hun beurt wit, roze, wijnrood of paars glanzen, afhankelijk van de soort en variëteit. De meestal rechtopstaande stengels zijn vrij grof en rood tot bruin van kleur. De olieklieren op de stengel geven de waternarcis ook een herbaromatische geur.
Eupatorium-soorten in één oogopslag
❍ Eupatorium cannabinum:
- ook wel Kunigundenkraut genoemd
- bloemen roze en worden tot 130 centimeter groot
❍ Eupatorium Fistulosum:
- bekend als de gigantische paraplu
- bloemen wit, roze of paars
- kan tot 200 centimeter groeien
❍ Eupatorium rugoum:
- is een bruinbladige reuzenparaplu
❍ Atropurpureum:
- Paarse dosis
- Bloem donker paars
- 180 centimeter
- grootbloemig
❍ Eupatorium fistulosum "Baby Joe":
- korte gest alte tot 40 centimeter
- roze paars
- compact groeien
❍ Eupatorium fistulosum "Phantom":
- grote waterdruppel 80 tot 100 centimeter
- Paars roze bloesem
❍Eupatorium fistulosum "Augustrobin":
- ook wel Gluball genoemd
- 130-160 centimeter
- bordeauxrode bloemen
Deze locatie is het beste voor de waterdruppel

De locatie voor het Eupatorium mag niet brandende zon of te donker zijn. Daarom is een lichte halfschaduw het meest geschikt, waarin de plant 's ochtends en' s avonds voldoende zonuren krijgt. Bovendien moet de locatie vochtig zijn. Gunstige locaties zijn de oevers van vijvers of beekjes, maar ook vochtige weilanden. In principe moet de grond vochtig, licht zuur en humus zijn.
Voorbereiding voor het planten
Je kunt Wasserdost planten van de lente tot de herfst. Het is raadzaam om de beplanting goed voor te bereiden. Doe dit als volgt:
- Meng leemachtige tuingrond met fijn zand in een verhouding van 1:1.
- Graaf dan een ruim plantgat.
- Bekleed de bodem en zijkanten van de plantkuil met het mengsel van klei en zand.
- De waterbak wordt dan in het plantbed geplaatst.
- Bedek de kluit met het resterende grondmengsel.
- Eindelijk de jonge plant goed water geven.
Hoe zorg je op de juiste manier voor de Wasserdost
Casting:
Als je de waternarcis op een vochtige plek hebt gezet, is extra water geven niet nodig. Als er sprake is van een langdurige droge periode, geef je struikachtige plant dan een of twee keer per week water.
Tip:
Bedek de locatie van uw plant met mulch. Dit vermindert vochtverlies tijdens droogte.
Bemesten:
Vul in het voorjaar het voedingsdepot met rotte compost en humus. Een laag blad zorgt ook in de herfst voor een rijke bodem.
Snoeien:
Snoei je waterstruik terug in het voorjaar. Op dit moment kun je het beste inschatten hoe lang en breed je de vaste plant wilt inkorten. Verdorde bloeiwijzen kunnen direct na de bloei worden verwijderd.
Samenvatting:
De waternarcis verlevendigt de oevers van vijvers en beekjes met zijn struikachtige groei en heldere bloemschermen. De doorgaans hoge vaste plant verlangt een vochtige, halfschaduwrijke standplaats. Als de plant op de goede plek staat, is er geen water meer nodig. Bemesting gebeurt voornamelijk in het voorjaar met rotte compost en humus.