IndianerFlieder® geeft de tuin een zuidelijke sfeer. Hier kunt u zien hoe deze aantrekkelijke bloeiende struik in ons deel van de wereld wordt gekweekt.

Seringen zijn niet altijd hetzelfde. Alleen al bij het uitwisselen van ervaringen aan het tuinhek kunnen enkele misverstanden ontstaan. Bedoel je de gewone sering, die in mei bloeit en zijn geur verspreidt, of degene die in de zomer bloeit en talloze vlinders aantrekt? De IndianerFlieder® zou mogelijk ook het denkspel kunnen bevatten. Dat laatste willen we nader bekijken.
The Indian Lilac® (Lagerstroemia indica) heeft ook andere namen, zoals Indiase mirte, zuidelijke sering, Chinese mirte of gewoon Lagerstroemia.
Je zult deze struik zeker herkennen van vakanties in het zuiden. De exemplaren die in de zuidelijke streken groeien, zouden hier de ijzige winter niet overleven. Veredelaars hebben er alles aan gedaan om nieuwe rassen te ontwikkelen die ook gedeeltelijk winterhard zijn op onze breedtegraden.
Lagerstroemia indica afgebeeld
De IndianerFlieder® groeit uit tot een meerstammige struik, maar kan ook tot een kleine boom worden opgekweekt. De sierheester kan tot 5 meter hoog worden. Het donkergroene blad in de zomer kleurt aanvankelijk brons in het voorjaar.
Net als bij de gewone sering, zijn de bloemen gerangschikt in pluimen en genieten ze van juli tot september. De bloembladen van de roze tot rozerode maar ook witte en paarse stapel zijn sierlijk gekruld. Vandaar de namen crêpe of gekrulde mirte.
Als je eenmaal hebt gekozen voor een Lagerstromia, vraag dan zeker naar de winterhardheid ervan. Afhankelijk van de variëteit verdragen de struiken minimumtemperaturen van slechts -5° tot winters -15° Celsius.
Op ruige locaties kiest u liever voor een containercultuur, terwijl u bijvoorbeeld in milde wijnbouwgebieden de Indian Lilac® zonder zorgen buiten kunt planten.
Zo gedijt Indian Lilac® het beste
❍ Locatie:
Crepe mirte staat zowel buiten als in potten het liefst op een plekje in de zon.Een zuidelijke ligging in de tuin is geschikt.
❍ Bodem:
The Indian Lilac® voelt zich thuis in neutrale tot lichtzure grond. Alleen kalkrijke grond is ongeschikt. Deze voorwaarden gelden niet alleen voor het veld, maar ook voor de potcultuur.
Eén tip: Meng grof zand met rijpe compost en tuingrond als substraat voor de emmer.
Hoe zorg je op de juiste manier voor de Indiase sering®

Casting:
Je moet je IndianerFlieder® altijd buiten vochtig houden. Geef uw struik daarom regelmatig water, maar niet te veel, wateroverlast kan leiden tot wortelrot.
De bovenste laag aarde moet duimnageldiep droog zijn. Gebruik voor de bewatering regenwater of stilstaand leidingwater.
Hetzelfde geldt voor de bloeiende struik in de kuip. Geef je mirte geen water totdat de bovenste laag van het substraat een beetje is opgedroogd.
Kunststof:
De bloeiende struik in de volle grond is zuinig als het gaat om bemesting. Als je de grond hebt voorbereid met veel compost of organische mest bij het planten van de mirte, dan is het niet nodig om later te bemesten.
Geef de potplant een keer per week een balkonplantmest met het gietwater. Meststoffen worden in augustus gestopt zodat jongere scheuten voor de winter voldoende kunnen uitharden.
Snoeien:
Snoei je buitengewassen in het voorjaar, vanaf half maart. Eerst worden de delen van de plant verwijderd die in de winter zijn bevroren en gestorven. Snijd de struik vervolgens gelijkmatig terug tot een hoogte. Hierdoor is de bloei gelijkmatig en groeit de Indian Lilac® uit tot een mooie, bossige struik. Overigens ontwikkelen de bloemen van het huidige tuinjaar zich op de nieuwe scheuten.
Potplanten worden gesnoeid voordat ze in de winterkwartieren worden opgeslagen. Alle scheuten worden op één hoogte gesneden.
Sluimerstand:
Op voorwaarde dat de terreinomstandigheden voor buitenteelt geschikt zijn, kunt u de Indian Lilac® tijdens het koude seizoen beschermen met een royale laag mulch.
Verplaats uw kuipplant vanaf november naar een koel winterverblijf. Dit kan bijvoorbeeld de garage zijn. Zorg ervoor dat de aarde in de emmer in de winter niet helemaal uitdroogt en geef de struik af en toe een beetje water.
Vanaf begin april kan de potplant vanuit zijn winterverblijf weer op het terras worden gezet. De plaats voor de plant moet noodzakelijkerwijs zonnig zijnzijn.
Samenvatting:
IndianerFlieder® is wijdverbreid ten zuiden van de Alpen. In onze streken gedijt de bloeiende struik in de tuin alleen onder milde winterse omstandigheden. Daarom wordt hij in hardere streken als kuipplant gekweekt. De struik houdt van een beschutte, zonnige plek met normale tuingrond. De IndianFlieder® heeft een hekel aan kalkrijke grond. Het wordt matig, maar regelmatig bewaterd. De kuipplant overwintert in koele winterkwartieren.