Je eigen tomaten kweken is leuk, maar niet als ze besmet raken met Phytophthora. Als u echter de juiste voorzorgsmaatregelen neemt, zou u er geen problemen mee moeten hebben.
Als de zomer eindelijk aanbreekt en de tomatenplanten gele bloemen produceren, gaan de harten van tuiniers elk jaar sneller kloppen. Want dan duurt het niet lang of de plantjes dragen kleine tomaatjes. Als ze eindelijk aankomen en zich goed ontwikkelen, dwarsboomt een schimmel vaak de plannen van de tuinman. Als het vaak regent, kunnen de bladeren van de tomatenplanten niet uitdrogen. Het resultaat: Phytophthora breidt zich uit.
Typische symptomen van Phytophthora
Een besmetting met Phytophthora infestans (Phytophthora infestans) is meestal heel gemakkelijk te herkennen. Typische symptomen zijn bruine vlekken op de bladeren en stengels. Daarnaast zijn de bladeren aan de onderzijde vaak bedekt met fijne schimmelhaartjes. Korte tijd later worden ze volledig bruin tot ze volledig verdorren. Zodra de bladeren zijn aangetast, duurt het niet lang voordat de vrucht is beschadigd. Ze worden bruin en je kunt er niet meer aan denken om ze op te eten. Overigens wordt niet alleen het rijpe fruit aangetast. Zelfs de groene tomaten zijn niet immuun voor de ziekte.
Hoe een besmetting te voorkomen
Tip 1 - kies de juiste locatie:
Plant de tomaten altijd op een zonnige maar beschutte plek in de tuin, zodat het blad na een regenbui snel kan drogen. De tomatenplanten mogen ook niet in de schaduw van grotere planten staan.
Plant tomaten alleen in losse grond. Zo voorkom je wateroverlast vanaf het begin. Werk daarom altijd zand in zeer leemachtige grond.
Tip 2 - Span het foliedak:
Opdat de bladeren in de eerste plaats niet nat worden, is het raadzaam om een foliedak op te spannen of een tomatenhuis op te zetten. Zo krijgen de tomaten voldoende zon zonder dat er vocht op de bladeren komt.
Tip 3 - Plant tomaten niet te dicht bij elkaar:
Breek bladeren die te dicht bij elkaar staanuit. De tomatenplant krijgt meer lucht en licht. Regelmatig uitdunnen van de tomaten is daarom belangrijk.
Plant de tomaten altijd op voldoende afstand van elkaar (60 tot 100 cm). Hoe dichter de planten bij elkaar staan, hoe groter het risico dat een aangetaste tomatenplant de aangrenzende planten besmet.
Tip 4 - geef altijd water van onderaf:
Als je de tomaten water geeft, geef dan alleen de onderkant water. De bladeren en vruchten mogen niet nat worden.
Tip 5 - Verander jaarlijks van locatie:
Tel tomaten en aardappelen elk jaar op een andere plek in de tuin. De twee soorten groenten behoren tot de belangrijkste waardplanten en de schimmels blijven vaak meerdere jaren in de bodem. Plant ook tomaten en aardappelen altijd zo ver mogelijk uit elkaar.
Tip 6 - Desinfecteer emmers en tomatenstengels:
Maak plantenpotten en tomatenstengels van het voorgaande jaar goed schoon, want daarop kunnen de sporen van de schimmel overwinteren. Giet gewoon kokend water in de emmers en over de palen.
Tip 7 - verwijder aangetaste plantendelen onmiddellijk:
Als je besmette bladeren of fruit ontdekt, verwijder ze dan onmiddellijk. Gooi ze echter niet bij de compost, maar bij het huisvuil.