Braambessen zijn behoorlijk winterhard. Toch kunnen ze worden aangevallen door ziekten en plagen. We zullen je dan vertellen wat je moet doen.

Dit zijn de meest voorkomende plagen en ziekten
» Bladluizen:
Wanneer bramen worden aangevallen door bladluizen, leidt dit tot verminderde groei van de scheuten, vervorming van de bladeren en uiteindelijk een verminderde gewasopbrengst. Als u het groenachtige ongedierte, dat tot zeven millimeter lang kan worden, op uw bramenplanten ziet, moet u onmiddellijk reageren.
Gevecht:
Je kunt gemakkelijk en goedkoop actie ondernemen tegen de pest met een zelfbereide zeepoplossing met een lage concentratie. Doe een beetje afwasmiddel in tien liter water. Vul de oplossing in porties in een spuitfles en spuit de bramenstruiken royaal in. Als alternatief kunt u ook een behandeling proberen met tea tree olie, brandnetelmest of uien-citroensap met goede kans van slagen.
Om te voorkomen dat bramen worden beschermd, is het raadzaam om planten zoals lavendel, die essentiële oliën afscheiden, direct naast de struiken te planten.
» Blackberry Roest:

Gevecht:
De ziekte is gemakkelijk onder controle te krijgen als je aangetaste bladeren en bramenbladeren die op de grond liggen snel verwijdert. Je kunt aangetaste scheuten en struiken die heel dicht bij elkaar staan ook flink terugsnoeienuitdunnen Aanvullende maatregelen zijn onder meer stikstofbemesting van de bramen om ze te versterken en behandeling met organische fungiciden zoals COMPO Duaxo Universal Pilz-frei AF.
» Valse meeldauw:
De valse meeldauw is een eierschimmel met een hoog schadepotentieel. De aantasting is aan de bovenzijde van het blad te herkennen aan een bleke, gelige verkleuring die, indien onbehandeld, snel rood verkleurt en vervolgens tot het afsterven van de bladeren leidt. Naast de bladeren kunnen ook de vruchten worden aangetast. De vruchten worden dan rood voordat ze rijpen, drogen uit en zijn in het ergste geval bedekt met grijsrot.
Gevecht:
Als er sprake is van een besmetting met echte meeldauw, moet u alle zieke delen van de plant onmiddellijk verwijderen. Dichtgroeiende struiken moeten ook worden uitgedund. Als deze onmiddellijke maatregelen niet voldoende zijn, is behandeling met een fungicide noodzakelijk tijdens de naoogst, winterslaap, bladontwikkeling of knopvorming. U mag de fungiciden echter niet toepassen tussen de bloei en de oogst.
Als preventieve maatregel ter bescherming tegen valse meeldauw is het kiezen van een zonnige, goed geventileerde locatie bijzonder belangrijk. Plant ook geen bramen in de directe omgeving van dichte bomen. Meer planttips vind je hier. Een goede verzorging is ook belangrijk. Informatie hierover vindt u hier.