Uitbundige canna in de tuin wordt steeds populairder. Door de wortels in het vroege voorjaar te delen, kan deze sierplant, die oorspronkelijk uit India komt, gemakkelijk vermeerderd worden.

Als de winter langzaam ten einde loopt en aarzelend het stokje overdraagt aan de lente, dan is het tijd om de bloeiende pracht van de tuin in de zomer te plannen en te organiseren. De decoratieve canna (Indiase bloemstok) is de laatste jaren steeds populairder geworden bij hobbytuinders.
Het is ook heel gemakkelijk te vermeerderen.
Splijt de wortels in de lente
In het vroege voorjaar, wanneer de temperatuur boven het vriespunt ligt, verwijdert u de knol (wortelstok) uit zijn donkere en koele overwinteringskwartier. De knol wordt nu zorgvuldig in stukken verdeeld, die elk één tot drie ontluikende ogen moeten hebben. Zet de secties vervolgens direct in een pot met handbevochtigde potgrond. Geef de verse knollen nog geen water.
Te veel vocht veroorzaakt rot
Omdat er geen wortels op de knobbeltjes zitten die bedoeld zijn voor vermeerdering, verdragen ze maar net genoeg water om te voorkomen dat hun grond uitdroogt. Zonder wortels zijn ze nog niet in staat om zelf water op te nemen, waardoor het risico bestaat dat ze gaan rotten als ze te nat worden. De knolstukken kunnen na een korte voorkweek al uitgeplant worden.
Buiten planten na een vorstperiode
Na het uitplanten ontwikkelen de respectieve delen van de cannaknol zich vervolgens tot een nieuwe plant. Dit neemt dan in de regel zeer snel toe. Je moet er echter voor zorgen dat de canna pas na de vorstperiode buiten staat. De juiste plantdiepte ligt op een diepte die twee of drie keer de diameter van de betreffende wortelknol is. De helft van de groeibreedte van de canna is meestal voldoende als afstand tussen de planten.